Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Doch Achaz zeide: [34]Ik zal het niet eisen, en [35]ik zal den HEERE niet verzoeken. 34. Te weten een teken van den Heere. 35. Dit spreekt Achaz op huichelachtige wijze, als een huichelaar, kwanswijs ik wil niets doen tegen Gods gebod, Deut.6:16, opdat ik God niet vertoorne. God verbiedt dat men uit ongeloof of met een kwaad voornemen een teken van Hem verzoeken zal; maar Hij verbiedt niet dat men uit gehoorzaamheid en naar Gods bijzonder bevel, tot versterking van het geloof een teken begere. Zie de aantekening Deut.6:16.